Het team van Forensisch Dierenonderzoek werd ingeroepen voor een bizarre zaak; een kleine hond zou van de derde verdieping van een gebouw ten val zijn gekomen. Hij lag op het grindpad, circa 15 meter lager. Volgens de eigenaar zou het dier tussen de spijlen van  het balkon door zijn geglipt en aldus ten val zijn gekomen.
De eigenaar was natuurlijk in alle tranen en u weet tranen verzamelen, dus al snel was er uitgebreid gehuil van betrokken medestanders. Forensisch Dierenonderzoek kent dit soort ‘gevallen’ als geen ander. In dergelijke zaken gaat het natuurlijk niet alleen om de doodsoorzaak, maar zeker ook om de toedracht.

Het Onderzoek

Eerst dan maar de sectie. De doodsoorzaak was simpel: Schedel-/hersenletsel ten gevolge van een val van grote hoogte. De situatie: de hoogte was circa 15 meter, afstand van de vindplaats van het dier tot de spijlen van het balkon: 4 meter. Uitgaande van deze cijfers, en uitgaande van St = V0t +/- ½ At², heeft een vallend object minder dan 2 seconden tijd nodig om de bodem te raken. Een beetje zweven kan altijd, maar deze afstand van 4 meter is simpelweg te groot. Dit laat zich niet verenigen met  ‘alleen maar vallen’. Zelfs bij het afspringen zou deze tijd te kort zijn, temeer omdat het bloedpatroon aangaf dat het dier is gebleven op de plaats van impact.

Breuken van het schedeldak.
De Waarheid

Na verhoor bleek al snel dat in een dronken bui de eigenaar het dier over het balkon had gegooid. De bevindingen uit ons onderzoek zijn veel waarschijnlijker om aan te treffen bij werpen, dan wanneer sprake zou zijn van accidenteel tussen de spijlen doorglippen. Zelfs springen voldoet niet, ware het alleen al dat het dier amper tussen de spijlen door paste.

Een typische zaak van forensisch denken. Niet meegaan in de verhalen, maar ze ook niet vergeten.

Stichting Forensisch Dierenonderzoek gaat door.

We houden u op de hoogte.